1.1 Fictie, in deze paragraaf hebben we wat geleerd over personen in een verhaal. Hoofdpersonen en bijpersonen en dat je in de loop van het boek dingen over ze te weten komt zoals hun uiterlijk of leeftijd. Verder hebben we het gehad over verhaalproblemen, spanning en het thema.

1.2 Grammatica, deze les hadden we de woordsoorten herhaald en hebben we de zinsdelen herhaald. Verder hebben we twee nieuwe werkwoorden geleerd namelijk: Wederkerend voornaamwoord (WKWW) en wederkerig voornaamwoord (WGV). 

1.3 Spelling, we hebben wat geleerd over de PV-tt-ev, ook wel de persoonsvorm tegenwoordige tijd enkelvoud. En ik heb geleerd waar je hoofdletters moet zetten en waar juist niet. Ik wist niet dat je bij woorden die zijn afgeleid van een eigennaam ook een hoofdletter moest zetten.

1.4 Lezen, we hebben het gehad over leesstrategieën, onderwerp, hoofdgedachte, alinea, kernzin, de moeilijkewoordenwijzer en tekstverbanden met hun signaalwoorden.

1.5 Schrijven, deze paragraaf ging over een persoonlijke brief, een zakelijke brief en formeel / informeel taalgebruik. De zakelijke brief die we hebben gemaakt hoorden bij deze paragraaf. 

1.6 Spreken, kijken en luisteren, we hebben geleerd hoe je het best een spreekbeurt kan volgen en de informatie die verteld word te onthouden.

1.7 Woorden, we hebben weer wat woorden geleerd. Eigenlijk niet want ik kende ze allemaal al.

1.8 Informatie, dit vond ik de meest onnodige paragraaf in het hele boek. Ik weet echt wel hoe je informatie zoekt op internet.

1.9 Gedicht, we hebben de kenmerken van gedichten geleerd.

1.10 Taalonderzoek, het ging over taalverandering en nieuwe woorden die je trouwens neulogismen noemt.

2.1 Fictie, we hebben geleerd over tijd in een verhaal en de chronologische volgorde.

2.2 Grammatica, het ging over het naamwoordelijk gezegde en het koppelwerkwoord waar ik nog steeds niks van snap!

2.3 Spelling, weer wat geleerd over sterke werkwoorden en zwakke werkwoorden. Ik weet ook waar ik bepaalde leestekens kan zetten en wat het verschil is tussen directe en indirecte reden en hoe je die uit moet schrijven.

2.4 Lezen, hier kwam tekstopbouw, de functies van een inleiding, verwijswoorden en signaalwoorden aan bod. Ook hebben we een verhaal gelezen over Bokito.    

2.5 Schrijven, ik weet nu hoe ik een reisverhaal, een inleiding en een slot kan schrijven. Verder hebben we het gehad over het veranderen van werkwoordstijd.

2.6 Spreken, kijken en luisteren, het ging over tv-journaals, wat objectieve en subjectieve informatie is en hoe je het best kritisch kan kijken. 

2.7 Woorden, ging over versterkingen. Het was een makkelijke les want ik kende deze versterkingen al.

2.8 Informatie, ik heb wat geleerd over de opbouw van een site, hyperlinks, banners, pop-up en een sitemap.

2.9 Gedicht, rijm aan het eind van een versregel noem je eindrijm.

2.10 Taalonderzoek, het ging over groepstaal. Mensen binnen een bepaalde groep spreken anders dan mensen in een andere groep.